SS-Junkerschulen

De SS-Junkerschulen waren binnen de Waffen-SS verantwoordelijk voor de Führerausbildung, de officiersopleiding. Standort van de twee voornaamste instituten waren Braunschweig en Bad Tölz. Op laatstgenoemde locatie werden de meeste germanische (onder wie Nederlandse) Junker opgeleid, van wie een aanzienlijk deel in speciale Lehrgänge für germanische Offiziere. In totaal voltooiden ongeveer vijftienduizend mannen een opleiding aan een SS-Junkerschule.

Binnen de Waffen-SS waren afkomst en sociaaleconomische status veel minder bepalend voor de carrièremogelijkheden dan binnen de Wehrmacht. Veel gegadigden voor de officiersopleiding kwamen dan ook voort uit de eigen, lagere gelederen. Beloftevolle soldaten die zich aan het front hadden onderscheiden en die leiderschapskwaliteiten hadden doen blijken werden als Führeranwärter aangemerkt en uitvoerig geobserveerd en getest alvorens zij tot de opleiding werden toegelaten.

De opleiding kende verschillende varianten, zowel voor actieve dienst als voor de reserve. Ook werden opleidingen aangeboden voor versehrte SS-Junker. De Junker werden niet alleen militair geschoold met vakken als Taktik, Gelände- und Kartekunde, Gefechtsausbildung en Waffentechnik, maar zij kregen als “politieke soldaten” ook Weltanschaulichen Erziehung, met vakken als germanische Geschichte en arische Rassenkunde. De opleiding stelde hoge eisen ten aanzien van soldateske, lichamelijke en mentale eigenschappen.

Na voltooiing van de opleiding keerde een Junker als SS-Standarten(ober)junker terug naar zijn fronteenheid, alwaar in de meeste gevallen al snel een bevordering tot SS-Untersturmführer volgde, het equivalent van een luitenant, de laagste officiersrang.