SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Regiment 48 “General Seyffardt”

Hendrik Alexander Seijffardt (in veel bronnen wordt zijn familienaam geschreven als “Seyffardt”)  was vóór zijn pensionering in 1934 chef van de generale staf van het Nederlandse leger. In 1892 werd hij benoemd tot tweede luitenant der Vestingartillerie. Later was hij instructeur aan de Artillerieschietschool en docent in de Artilleriewetenschap aan de KMA.

In 1941 werd Seijffardt, die korte tijd lid was geweest van de NSB, commandant van het Freiwilligen Legion “Niederlande”, een functie die al snel een symbolische bleek te zijn. Het Legion opereerde volledig onder Duits commando en bleek in de praktijk nauwelijks de Nederlandse eenheid te zijn die Seijffardt en vele andere nationaal-socialisten zich hadden voorgesteld.

Op 9 februari 1943, kort na de liquidatie van Seijffardt door de illegaliteit, werd de eerste compagnie van het Legion naar hem vernoemd. De manschappen kregen van Hitler de verplichting opgelegd de door “Mörderhand” vanwege  zijn “antibolschewistischen germanischen Überzeuging” gevallen generaal te eren.

In het voorjaar van 1943 werd het Legion van het oostfront teruggetrokken. De Nederlanders werden net als de Noren en Denen ingedeeld bij het nieuw opgerichte III. (germanisches) SS-Panzerkorps, waarmee de voormalige legioenen officieel onderdeel werden van de Waffen-SS. In Grafenwöhr werden de Nederlandse legionairs samen met nieuwe rekruten uit Nederland en Nederlanders afkomstig van de SS-divisie “Wiking” gevormd tot wat de 4. SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Brigade “Nederland” zou gaan heten.

In oktober 1943 kreeg het eerste regiment van de Brigade de eretitel “General Seyffardt”. Met de Brigade “Nederland” werd de eenheid in Joegoslavië getraind en ingezet in de zogenaamde Bandenkampf, voordat het naar het noordelijk deel van het oostfront werd overgeplaatst. Begin 1944 begon de terugtocht van de Duitse legers die Leningrad hadden belegerd. “General Seyffardt” vocht een half jaar lang bij Narva, waar het bruggenhoofd op de oostoever van de rivier de Narva ten koste van grote verliezen werd verdedigd. Toen in juli 1944 het bruggenhoofd onhoudbaar bleek werd een terugtrekking naar de zogenaamde Tannenbergstellung gepland. “General Seyffardt”, dat de aftocht van de Brigade “Nederland” moest dekken, raakte in de bosrijke omgeving ten zuiden van Laagna omsingeld door eenheden van het Rode Leger en werd vrijwel vernietigd. In Schlochau werd gewerkt aan wederopbouw, maar het regiment werd nooit meer op oude sterkte gebracht. Verspreid over verschillende Kampfgruppen vochten delen van het regiment in de laatste fase van de Oorlog in Pommeren.