Kaserne München-Freimann / oprichting van de Standarte Westland

Kort na de Nederlandse capitulatie in mei 1940 werd door de Duitse SS-leiding een begin gemaakt met het werven van Nederlandse vrijwilligers voor een nieuw te vormen eenheid binnen de Waffen-SS: de Standarte Westland. Het lag aanvankelijk in de bedoeling dat “Westland” naast een regulier legeronderdeel ook een reservoir zou vormen voor de algemene SS, maar dat voornemen zou uiteindelijk stranden op de duizelingwekkende verliezen die de Waffen-SS zou gaan lijden aan het oostfront.

Rekruteringsagenten, van wie Jan Jacobus Bate Spreij de bekendste was, gingen doortrapt te werk: potentiële kandidaten kregen een sportopleiding of een “politieke cursus in Duitsland” voorgespiegeld. Een nabije toekomst werd geschetst waarin de aspirant een voorname rol zou spelen bij de opbouw van een nationaalsocialistisch Nederland door een belangrijke positie in te nemen binnen de politie of een ander instituut. Het militaire karakter van “Westland” bleef onbenoemd.

In juni 1940 werden de eerste rekruten naar München op transport gesteld, waar zij in de Freimann-kazerne in het uniform van de Waffen-SS werden gestoken. De beloofde cursus bleek in werkelijkheid een bikkelharde militaire scholing die zes maanden zou gaan duren. De ijzeren discipline die in de kazerne heerste, opgelegd door een arrogant Duits kader dat haar minachting voor de in haar ogen weinig soldateske Nederlanders niet onder stoelen of banken stak, was de oorzaak van een al snel groeiende anti-Duitse stemming onder de vrijwilligers. Omdat de Nederlanders een heterogene groep vormden, variërend van politiek ongemotiveerde avonturiers tot idealistisch gemotiveerde nationaalsocialisten van divers pluimage, waren onderlinge ruzies niet van de lucht. Vanwege de valse beloften van de ronselaars werd het de gedesillusioneerden aanvankelijk toegestaan huiswaarts te keren. Zij werden daartoe aangemoedigd door een groep medevrijwilligers, die geen heil zag in militaire samenwerking met Duitsland. Enkele agitators werden bestraft met opsluiting in het nabijgelegen concentratiekamp Dachau.

Vanwege de aanhoudende onvrede en het vertrek van een groot deel van de Nederlandse vrijwilligers zag Reichsführer-SS Heinrich Himmler zich genoodzaakt de kazerne te bezoeken en wat zaken glad te strijken; zo werd de aangekondigde eedaflegging op Hitler aangepast. Er zou geen trouw worden gezworen aan Hitler als Duits staatshoofd, maar als Führer aller Germanen. Vrijwilligers die ook de aangepaste eed niet wilden afleggen mochten alsnog vertrekken.

Eind december 1940 voltooide de eerste lichting rekruten de opleiding, van wie een deel ruim een half jaar later met “Westland” (als onderdeel van de SS-divisie “Wiking”) zou worden ingezet aan het zuidelijk deel van het oostfront. Op 30 januari 1941 vond de eedaflegging plaats, tien dagen nadat een groep hoogwaardigheidsbekleders, onder wie Mussert, Seyss-Inquart en Feldmeijer, een bezoek aan de Freimann-kazerne had afgelegd.